Steun voor het Educatief Bandkeramiekerscentrum mOERveld

Tijdens de raadsvergadering van 19 september jl. was een der agendapunten de vaststelling van het grote bestemmingsplan voor de gehele gemeente Meerssen.

Bij de behandeling van dit onderwerp werd door de fractie Van der Bijl (lid van BRUG-M) aandacht gevraagd voor het Educatief Bandkeramiekerscentrum mOERveld, gevestigd te Moorveld/Geulle- boven. In dit centrum wordt de herinnering aan de Bandkeramiekers, die in deze regio leefden in de prehistorie, levend gehouden, o.a. door een met vrijwilligers gebouwde reconstructie van een boerderij van de Bandkeramiekers - een prachtig project!

Raadslid Gerrit van der Bijl wees op de strakke en beperkende regelgeving die in het bestemmings-plan is opgenomen voor de plek waar het Educatief Bandkeramiekerscentrum gevestigd is. In dit centrum zijn nog meer initiatieven te verwachten, namelijk nog een tweede bouwwerk en faciliteiten om bezoekers te kunnen ontvangen. En dat alles wordt gedaan met vrijwilligers, waaronder diverse jongeren van 12 tot 25 jaar, én zonder subsidie van de gemeente Meerssen (wel van andere gemeenten in de regio!).

Momenteel heeft dit educatief centrum de bestemming “Dagrecreatie”. Een dergelijke bestemming laat heel weinig ruimte voor verdere ontwikkelingen door deze trekker voor dagtoerisme-bezoekers, terwijl het project nota bene ook door de provinciale VVV is opgenomen in hun folders.

Gerrit van der Bijl vroeg de bijzondere aandacht voor mOERveld van de wethouders Molling (verantwoordelijk voor de Omgevingswet), Smeets (verantwoordelijk voor educatie/onderwijs) en Bongaerts (toerisme) en werd daarin gesteund door de andere raadsleden van de eerdere fractie BRUG-M.

De CDA-fractie gaf bij monde van mevrouw Jonkhout aan terughoudend te zijn om de waardering voor BC mOERveld, die Van der Bijl uitsprak te kunnen onderschrijven. Zij wees daarbij op het verleden zonder daar verder duidelijkheid over te geven, ook niet toen zij de vraag kreeg wat ze daarmee bedoelde.

De reactie van de wethouder Molling kende die terughoudendheid niet. Hij gaf aan dat het College van B&W open zou staan voor verzoeken tot aanpassing van het bestemmingsplan, als daar een goede onderbouwing bij kan worden aangeleverd. Dat laatste, daar wordt dus voor gezorgd!