BRUG-M is wel positief maar heeft toch nog vraagtekens bij het bouwplan voor 120 woningen aan de Meerstraat.

BRUG-M hoopt dat het op 3 juli gepresenteerde bouwplan voor 120-130 woningen aan de Meerstraat gerealiseerd zou kunnen worden.

De kern Bunde kan deze toevoeging van woningen heel goed gebruiken.

 

Maar… de fractie vindt wel dat er eerst duidelijkheid moet komen over de niet geringe problematiek van deze locatie en dan gaat het zowel over de bovengrondse (overstroming)  als de ondergrondse waterproblematiek (grondwater), zowel voor de plek zelf als voor de directe omgeving..

Alleen als daar zekerheden kunnen worden gegeven door de projectontwikkelaar, die door de gemeente en/of externe deskundigen zijn gecontroleerd, kan onze fractie een instemmend advies geven zoals dat in de nieuwe Omgevingswet van de gemeenteraad wordt gevraagd.

Daartoe heeft ons fractielid Gerrit van der Bijl een 19-tal vragen neergelegd bij het College, die op 5 september in de Oordeelsvormende Raadsbijeenkomst (OoRa) gesteld gaan worden.

Hij heeft deze nu reeds toegezonden, zodat de portefeuillehouder deze in die OoRa grotendeels zal kunnen beantwoorden. U kunt deze OoRa volgen via de streaming van de gemeente Meerssen

 

De brief aan het College:

*

Aan

Het College van Burgemeester en Wethouders

Van de gemeente Meerssen

 

Meerssen, augustus 2024

 

Vragen ter voorbereiding van de rondvraag in de Oordeelsvormende Raadsbijeenkomst op 5 september 2024.

 

Het bouwvoornemen van 120-130 woningen door Grouwels-Daelmans aan de Meerstraat.

 

Geacht college,

Aangezien mijn fractie vragen heeft bij de haalbaarheid van het bouwvoornemen van Grouwels Daelmans, zoals dat op 3 juli jongstleden is gepresenteerd, achten wij het zinvol in een vroeg stadium al antwoord te krijgen op de navolgende vragen.

Alleen bij heldere en duidelijke antwoorden wil de fractie graag steun geven aan dit bouwvoornemen, omdat ook wij vinden dat extra woningbouw in de kern Bunde zeker gewenst is.

 

Volgens het BOB-model hebben we op 3 juli beelden gekregen (de “B”) om in een volgend stadium tot een eerste oordeelsvorming te komen.

In de tussentijd gaat de projectontwikkelaar/eigenaar inspanningen doen c.q. uitgaven plegen door inschakeling van een geotechnisch bureau, het stedenbouwkundig- en wellicht ook het door hen geselecteerde architectenbureau.

Daarom willen wij aan U ter voorbereiding op een oordeelsvorming de onderstaande vragen voorleggen, die wij in de openbare raadsbijeenkomst van de OoRa op 5 september mondeling aan de orde willen stellen, vanuit de bezorgdheid, die wij nadrukkelijk hebben ontvangen vanuit de bewoners/eigenaren van de directe omgeving van de Meerstraat/ Vonderstraat/ Maasstraat/Steinstraat en Geulstraat.

Die bezorgdheid spitst zich toe op zoals U het noemde in de presentatie van de “wateropgave”.

Centraal is dan de vraag wat bebouwing met 120-130 woningen kan gaan betekenen voor de wateroverlast voor de omwonenden en voor de nieuw te bouwen woningen zelf.

Nogmaals wij stellen het op prijs als de antwoorden gegeven worden in de rondvraag van de openbare Oordeelsvormende Raadsbijeenkomst van 5 september tenzij dit onderwerp op de agenda komt te staan.

 

Afhankelijk van uw mondelinge beantwoording kunnen daarna art 40 vragen gesteld worden.

 

De vragen:

  1. Hoe denkt U woningbouw te kunnen realiseren op een aanhoudend nat weiland, met vele bewoners in de aanliggende bebouwing die na een regenbui kampen met natte en vollopende kelders en kruipruimtes;
    In alle aanliggende straten heeft ruwweg 50% van de huiseigenaren problemen met grondwater. In de voorgaande droge zomers bleef dit probleem buiten beeld.
  1. Zijn de bevindingen van de MER rapportage uit 2003 (1270-69 MER grondwater) meegenomen in de besluitvorming tot nu toe en worden ze meegenomen in verdere besluitvorming?
  2. Ik ben geen waterdeskundige, maar heb wel eens gehoord van het waterbedeffect.
    Waar op dit terrein nu nog géén druk van bebouwing ligt zal dat met 120 -130 woningen veranderen, zegt mijn gezond verstand.
    Waar er nu al grondwaterproblemen zijn bij de bestaande aanliggende bebouwing zal grondig moeten worden onderzocht wat de effecten zijn van het verharden van deze hectaren maar ook wat het gewicht en volumes van 120 woningen met kelderruimtes kan betekenen op de grondwaterstand. Vraag is dus of op dit aspect een nagenoeg zekere beantwoording gegeven kan worden.
  3. De normering van het bouwgebied is nu 1:100. Met minder dan 1:100 (regen) zou men geen genoegen moeten nemen. Moeten er om die norm te bereiken kosten voor gemaakt worden, dan moeten deze in het project meegenomen worden. Is dat een juiste veronderstelling?
  4. Kan het aanleggen van dijken langs de Geul als minimumvoorwaarde tegen wateroverlast door de Geul meegenomen worden als opgave voor de ontwikkelaar. Beter nog mogelijke bijdragen in de bekostiging van de aanleg van de U bekende ‘brievenbus’ op te nemen in de anterieure overeenkomst?
  5. Het verharden van het oppervlak zal een hogere stroomsnelheid van oppervlaktewater richting noorden tot gevolg hebben. Is er voorzien in ruimte voor ten minste regenwaterbuffering in en/of in het noorden van het plan?
  6. Wat is het gewichtseffect in dit gebied met slappe bodem waarin ondoorlaatbare kleilagen zitten? Kan dit leiden tot verstoring van het verloop van grondwater? Dit moet tevoren bekend en berekend zijn. De laag van Rupel begint in Vaals en loopt tot Voulwames! Wanneer moet de ontwikkelaar daarover duidelijkheid geven?
  7. In welke richting beweegt het grondwater zich nu en straks met bebouwing, nu het door de grindwinning aan de westzijde van het Julianakanaal en het terugleggen van een kleideklaag niet meer in westelijke richting weg kan? Gaat U verlangen dat dit tevoren bekend is. Zie de U bekende onderzoeken van Deltares.
  8. In dit gebied zal óf geheid óf op schroefpalen óf op plaatfundering gebouwd moeten worden. Welke effecten heeft dit op de grondlagen. Ook dat moet bekend zijn voordat er groen licht komt voor bouwactiviteit. Bent U als beoordelende instantie het daarmee eens?
  9. Wat zijn de effecten van het 120-130 maal extra doorboren van de kleilagen in het bouwgebied? Met een geschat aantal van 15 palen per woning gaat het om 1800+ gaten. Kan dieper grondwater makkelijker richting oppervlakte komen of is het effect juist andersom? Kunt U daarover helderheid geven?
  10. Er zijn door de gemeente voor zover wij weten nog geen regels gesteld voor het klimaatadaptief bouwen. Dat zou een plek moeten krijgen bijvoorbeeld in het Bouwbesluit van de gemeente Meerssen. Adaptief wonen zou paalwoningen kunnen betekenen, hoe diep moeten palen dan steken? Bouwen volgens klassiek bouwbesluit in dit gebied is met hedendaagse inzichten onverstandig te noemen. Voor een locatie als deze zou dat bijvoorbeeld in het Bouwbesluit dwingend moeten worden voorgeschreven. Bent U voornemens als “waterrisico-gemeente “regels voor klimaatadaptief bouwen op te nemen in het Bouwbesluit en/of de Omgevingsvisie cq Omgevingsplan?
  11. Wat als er nog meer grondstromen geblokkeerd worden door deze bouwvolumes?? Krijgt Brommelen dan een serieus grondwaterprobleem? Of wordt het grondwaterprobleem bij Westbroek nog risicovoller? Deelt U onze verwachting dat hier verbanden aanwezig zijn? Mocht u hier niet op kunnen antwoorden dan lijkt onafhankelijk onderzoek naar grondwatereffecten in het gebied een beslissende voorwaarde. WRL heeft aangegeven niet voornemens te zijn een dergelijk onderzoek uit te zetten.
  12. Enkele jaren geleden was er sprake van een waterader van de Maas naar het perceel aan Maastraat 55. De brandweer heeft er wekenlang moeten pompen. Zijn dit soort fenomenen ‘onder controle’?
  13. Er staan nu 4 pompen aan de dijk van het Julianakanaal t.h.v. de Meerstraat die aanslaan als het grondwater te hoog indiceert. Bij het Waterschap zien ze of de pompen aangeslagen zijn of niet. Wat het effect van dat pompen is daar heeft het Waterschap geen zicht op. Huizenbezitters weten het wel, zo hebben ze ons laten weten: namelijk, ze helpen niet.   Wat is uw houding in deze naar het Waterschap?
  14. Wie heeft/neemt de regie over de waterhuishouding in en rond het gebied? Deze vraag geldt voor nu, maar ook straks na de bebouwing.
  15. Tenslotte maar niet zeker niet als minste: Voldoen alle onderdelen van het plan aan veiligheid voor bewoners, bedrijven en dieren? Zo ja, volgens welke criteria.
  16. Hoever is Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) met het vervaardigen van overstromingsrisico-kaarten voor de omgevingsvisies van de gemeenten. En wordt daar ook de grondwaterproblematiek in kaart gebracht? En zal daar als eerste niet opgewacht moeten worden, voordat de ontwikkelaar/eigenaar van dit terrein verder gaat met planvorming?
  17. Ziet U al of niet een verschil in de benadering door verantwoordelijke instantie van de grondwaterproblematiek binnen en buiten de bebouwde kom? Door wie wordt het toegestane niveau van het grondwater bepaald en langs welke kriteria?
  18. Met betrekking tot de grondwaterproblematiek is het antwoord op de vraag wie er nu verantwoordelijk is voor de grondwaterstand relevant. Wij denken dat het Waterschap daar als eerste voor kan worden aangesproken, maar dat heeft tot heden weinig respons opgeleverd. Wat is de opvatting van het College daarover?

Kortom, Voor mijn fractie zal een helder en eenduidig antwoord op al deze vragen moeten komen, wil er straks bij de bespreking in een OoRa een positief oordeel verstrekt kunnen worden ter voorbereiding op de formele advisering in de Raadsvergadering.

In ieder geval moet de voorbereiding van dit raadbesluit zodanig zorgvuldig zijn, dat er geen herhaling kan komen van verwijten aan de gemeente Meerssen na de realisering van het plan, zoals in de Sint Catharinastraat in Ulestraten, namelijk dat omwonenden claims moeten indienen vanwege een onzorgvuldige voorbereiding en realisering als deze vragen niet goed onderzocht zijn.

Wij wachten met belangstelling de beantwoording af op 5 september aanstaande.

Hoogachtend,

 

Mr Gerrit van der Bijl

Fractie BRUG-M